Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht

Op het bospad kijken we om
naar de halve voetafdrukken in het zand
en vragen ons af

laten we wel sporen na
die naar ons ruiken?

Dat vraagt Hedwig Du Jardin zich af in haar nieuwe bundel Licht happen, maar in haar geval is het antwoord eenvoudig: ja, zij laat wel degelijke sporen na en goede. Met deze tweede dichtbundel zet ze zichzelf definitief op de poëtische kaart. Een bundel die beklijft, veel omkijkt maar ook perspectieven biedt. Er hangt een soort wijsheid over haar woorden, wijsheid die niet opdringerig is, maar herkenbaar voor wie wat jaren op de teller heeft.


Worden

We zijn niet af, we worden nog
maar hoe en waar naartoe?

Rechtop, gebogen of gebarsten,
samen is het amper wat verschuiven,
beetje bij beetje vooruit, achteruit.

Wat kronkelen in bochten in de hoop
dat het keert, vanzelf en met krasse wendingen
een halve slag om als het moet, weg
uit het donker bos, de woestijn, het moeras.

Wij, mensen-mastodont, te log
om te vlotten, te traag om op te vliegen.
Met zijn allen zwaar aan de grond,
wordt het ieder voor zich.

De debuutbundel Link van Ludo Bleys kreeg goede kritieken en een tweede druk. Zijn tweede bundel Het schip vertrok die avond nog (uitgeverij P) verdient zeker hetzelfde lot. De heldere bundel zit vol levenswijsheid, relativeringsvermogen en filosofische ondertonen, maar wordt nergens belerend of vingerwijzend en de grote begrippen zijn prima vertaald in suggererende beelden. Nergens gezochte spelletjes, overal herkenbare en toch frisse beelden. Heel knappe bundel om te lezen en te herlezen.

Vanitas

draai het uurglas niet meer om, de dag korrelt toch verder.
het lukt ons niet om trager te blijven,
het eindigt bij een witte grafheuvel, onbeweeglijk stil
tot iemand de proef hoopvol overdoet,
het landschap weer op zijn kop zet, vaststelt hoe alles loopt.

zo moet er telkens weer geplant en gezaaid
met angstige gedachten aan nachtvorst en droogtemaanden.
elk etmaal turven wij de nieuwe ochtend aan,
verschansen onze zichtbaarheid om de verte te verschalken.
van wat we hebben bejaagd zal geen trofee de muren sieren.

luchten bieden geen houvast, ze kantelen over de verste rand.
wij zijn benieuwd naar aanvang en vergaan,
wachten af of er nog iets volgt
op een avond als deze.

Met Filigraan publiceerde Steven Van Der Heyden een zeer sterke bundel die op vele interessante vlakken inzoomt op de psyche van de mens. Het individu wordt met mooi mededogen onder het vergrootglas gelegd en wat de dichter daar aantreft, verwoordt en in beeld brengt, zal elke lezer
aanspreken. Een bundel vol urgentie, zonder wereldvreemde toetsen of te gezochte formuleringen. Een dichter met vele juiste woorden op zak en op papier.

In een mens


We zijn gekwelde atomen met een ingebouwd einde,
een losse constructie, haarscheuren in elke van ons.

Elke ochtend stellen we ons samen.
Op straat stulpen onze maskers uit
alsof we opnieuw kieuwen ontwikkelen.

We zijn een spiegelpaleis
met semi-doorlaadbare wanden.

Achter de uitgesproken woorden
een oerwoud aan gedachten.
We zoeken asiel in de verbeelding.

Als gewonde dieren druipen we af
uit een onbeslist gevecht, missen
het instinct om ons niet te snijden.

AOK
IGA
HARA

Gerard Scharn haalde vaak Het Gezeefde Gedicht met eigenzinnige gedichten. Die te prijzen eigenzinnigheid domineert ook zijn pas verschenen bundel met uiteraard eigenzinnige titel. Bij hem geen belegen clichés of stilistische elementen die hem in het hokje van de oudere dichter zouden duwen. Fris voor de dag komen en verrassen is zijn leidraad. Een jonge, prettige bundel met een ruime blik op de wereld.
(een uitgave van De kaneelfabriek)

 

klankman slaat op holle vaten

we lopen blootsvoets op hete zinken dagen
een curlingvrouw leunt zwijgend op haar bezem
toeristen kijken zwijgend toe hoe haar boezem
zwoegt in overvol verlangen haar zog te delen

we dansen blootsvoets op het ritme van een
armeluis mazurka in blikkiesdorp en shantytown
een orgelman draait aan het vliegwiel der verveling
cela indachtig weten wij dat er doden zullen vallen

we staan blootsvoets in de rij als flessen in een rek
de nekken uitgestoken als hekkers rond een graf
er wordt een hongerkunstenaar gevraagd en wij
weten zeker dat wij zullen worden uitverkoren

Annemie Deckmyn publiceerde bij uitgeverij P haar tweede bundel: Storm na storm.
De titel laat al vermoeden dat ze de levensproblemen, die uit het verleden en die van vandaag, van het ouder worden, niet uit de weg gaat. Maar nergens leidt dat tot gezwollen formuleringen of gevoelens. De registratie gaat de no-nonsenskant op, het relativeringsvermogen maait de onaangename, scherpe kanten weg, de taal is puur, de toon parlando. De goede lezer constateert dat de dichter vakkundig geschrapt heeft zonder de kracht van het suggereren te schaden.Veel herkenbaarheid zonder clichés. Veel urgentie die zich niet opsluit in het persoonlijke. Zeer sterke bundel. Zelfs een zeldzaam geëngageerd gedicht straalt kwaliteit uit:

alweer een rotstreek. wie zal erom malen?
niemand kiest de kant van de bedelaar.
wie schreeuwt wat niemand nog wil horen,
drinkt uit de beek, wacht op de raven?

de kilte slaat en wij betalen. vlieg weg,
braak zoet gif in de voortuin van de magistraat,
geef aan de beul een les in mededogen.
leer de rechter vrijen met de geboeide die hij haat.

een zwaar leven in de stad, ook voor profeten.
zij balen, beloofden ons een honingraat.
helaas, bijen hebben hun beste tijd gehad.
wie haalt de angel uit de wespenstaat?

Van Monique Bol verscheen bij uitgeverij C.de Vries-Brouwers de bundel ‘Er liggen twee holtes op je kussen.’
Een bundel vol persoonlijke emoties en bedenkingen, verpakt in toegankelijke beeldspraak.

kanjer

ik vond een kei, vele levens lang gepolijst
door woelig water op weg van berg naar zee.
onder de oude lindeboom lag hij gewoon
te grabbel. geen idee hoe hij daar kwam
    ik pakte hem
       ik wilde hem

beschilderen met mijn goud maar ik kon het niet.
Ik kon zijn karakter niet bedekken, zelfs niet
met jouw naam. als presse-papier bewaart hij nu
mijn brief aan jou – hij wacht tot ik een zegel heb

Senne Bogaerts publiceerde verscheidene keren in Het Gezeefde Gedicht en haalde de shortlist van de 2de Zeef Poëzieprijs. Dat bracht hem een mooie debuutbundel op bij uitgeverij De Zeef.
Het is niet toevallig dat Senne Bogaerts in die bundel citaten gebruikt van Jotie T’Hooft en Charles Bukowski, want de inhoudelijke raakpunten zijn duidelijk. Toch heeft hij al een eigen stijl. Op een directe manier laat hij de lezer toe in zijn leefwereld, maar die toegankelijkheid gaat niet ten koste van de beeldspraak. Hij vermijdt als een meester de clichés en met een originele zintuiglijkheid maakt hij de dingen tastbaar. Hij balanceert op de rand van het prozagedicht zonder de kunst van het suggereren te vergeten.

ik wil dat ze het kind omverrijdt

tussen twee witte lijnen wacht ik op het meisje van kassa vijf
haar rode haren en dat ringetje in haar neus.

kijk naar de mensen die rammelend voer heen en weer duwen.
kijk naar de bestuurder die het kind niet ziet
die een foto neemt van de uitpuilende achterbak en -bank.

ik wil dat ze het kind omverrijdt
dan moet het meisje van kassa vijf naar buiten komen.

ik kan haar zeggen dat ik alles zag en vind dat bestuurders
of mensen in het algemeen niet continu met hun telefoon mogen bezig zijn.
dat ik daarom geen smartphone heb. ik toon haar mijn Alcatel.

zij zal onder de indruk zijn, me misschien zoenen
een waterkans op een blowjob op de parking van de Delhaize.

 

In ‘Witte dwergen’ kijkt Kenneth Swaenen vanop veilige afstand naar de sterren en naar wat voorbij is. Zijn taal is eenvoudig en toegankelijk, maar dat belet hem niet om vaak vanaf de eerste versregel te intrigeren en in de gedichten een boeiende gelaagdheid aan te brengen. De actieve lezer kan doorheen de rijkdom van beelden en metaforen prikken en toegang krijgen tot het universum van de dichter. Daar ontdekt hij een wereld die het op een lopen zet, maar de dichter gaat er met de lezer achteraan. Ontdek een debutant met een eigen stem, een dichter die origineel klinkt zonder cryptisch te worden.

Met onderstaand gedicht uit de bundel won hij ook de Poëzieprijs van Ronse. Hij publiceerde eerder verscheidene keren in Het Gezeefde Gedicht en won de 2de Zeef Poëzieprijs.

Wintergroen

Jij leert vader het best kennen
door kastanjes te verzamelen
en uit het raam te keilen op dagen
dat je jezelf minder graag ziet

op een steenworp van het huis
groei je op

jullie zien elkaar weer wanneer
ook hij zichzelf in de kou heeft gezet
wortel schiet – dan toch – maar steevast
weigert nog kleur te bekennen

jij trekt het al lang niet meer
en laat los

elke wandeling is een bijeenrapen
van de gedachte
dat onder elke oprit een stevige
handdruk huist

schuilen is voor onderweg
het regent

binnenshuis.

Hedwig Du Jardin publiceerde regelmatig in Het Gezeefde Gedicht en nu verscheen bij uitgeverij P haar debuut Licht & traag & diep’. Met die drie woorden danst Hedwig Du Jardin door de complexiteit van het leven. De gedichten zijn helder en toch beeldrijk en de dichter bereikt fijne herkenbaarheid zonder oppervlakkig te worden. Ze harkt vaak urgentie in de gedichten, waardoor de bundel nergens wereldvreemd wordt.

Ongeboren

ik ben gemaakt voor vergezichten
en onbevaren water
maar ik zit hier vast

ze had me graag
naar het raam gedraaid
zodat ik vol zon zou lopen
mijn weke holte warm en licht
en ik me los zou laten
maar ik haper aan mijn randen

eerst moet ik mezelf verslaan
al waag ik me amper naar binnen
in die kooi van gekneusde ribben
beloer ik mij, maar ooit krijg ik me
klein. verlost

groei ik uit mezelf naar buiten
naar de rimpelloos groene rivier
als een schoonspringer
duik ik het wter in
nieuw en onbesproken

Bij uitgeverij P verscheen ‘Wie omkijkt wordt gezien’ , de debuutbundel van Astrid Dewancker.
Dat omkijken is een essentieel gegeven. Astrid Dewancker staat stil bij de mijlpalen uit haar leven en doet dat op een beklemmende, eerlijk manier. De naakte waarheid staat er in een taal die passend gepolijst is. Aangrijpende bundel zonder storende pathetiek.

 

Antipoden

Het is knielend gaan liggen
van u naar mij. In elkaar gevlochten
krimp in evenwicht.

Als dobbelstenen gooi ik mijn woorden
uit de beker. U zet zich sterk.
Ik maak me op, bluf en vecht u neer.

Elk woord kiest zijn tegenwoord.
Van gevaar in plaats van bescherming.
Van liefde en leed niet los.

De bundel Hoe het verder moet van Bart Verstraete neemt je mee op een reis door de boeiende facetten van het leven. Zijn poëzie bezit een duidelijke binding met de mens en daarom passen zijn heldere formuleringen perfect bij zijn herkenbare onderwerpen. Een volwassen, sterke bundel, verschenen bij uitgeverij De Zeef.

 

Slaapvertrek

we ontwaken lager nu
beddenbak en lattenbodem overnachten in een tijdelijk verblijf

uit de portatief radio ontsnapt jasmijn en balsemien
we drenken de ochtend in traagheid
het is zo zondig met de zon in bed te blijven liggen

dus leg ik je kleur vast op de kamermuren
strijk het licht uit in een grondlaag
dek een laatste schaduw tot een onbesproken laken

gebroken wit vult ons gezichtsveld nu de verfroller herademt op het droge
we duiken opnieuw in een tijdloos lied
tot de laatste druppel

 

Wim Vandeleene debuteert bij uitgeverij De Zeef met de sterke bundel Duikvlucht.
Deze dichter imponeert onmiddellijk met een eigen stijl. Uit jarenlang schaven aan honderden gedichten heeft hij een dichtbundel gepuurd die stilistisch en inhoudelijk gaaf is. Met een eigen soort beeldspraak die vaak geënt is op wetenschappelijke kennis brengt hij héél diverse thema’s eigenzinnig tot leven.

 

Nestelen in de stamboom

in de zoektocht naar mijn wieg
stoot ik op een boom waarin mijn stamvader zit.
hij keurt mij bazig. ik haal het argument aan
dat de grond bij onweer veiliger is.

hij klimt omlaag wanneer ik de donder nadoe.
we wisselen klanken en misverstanden uit
tot we begrijpen dat we soortgenoten zijn.
het gras ligt als een hoogpolig tapijt
uitgerold over de vlakte.

met geduld leer ik hem rechtop lopen.
de rui wist zijn vacht uit. bewust van ons verschil
trek ik kleren uit en laat ze liggen bij mijn schaamte.
vogelvrij verklaard klim ik in zijn boom.
onder zijn bladerdak vind ik mijn wieg.

Zeefdichter Steven Van Der Heyden en ex-stadsdichter van Deinze Luc C. Martens vonden elkaar in een fraaie duo-bundel Tot ze koud is (uitgeverij P) Het is een boeiende samenspraak geworden, waarin elke dichter toch zichzelf blijft.

Doorgespoeld – Luc C. Martens

onder de regendouche spoelt ze zijn valse adem uit.
haar blonde lokken ontkrullen zich op haar gespannen
rug. ze droogt zijn foute sprookjes uit haar oorschelp.
het warme water druipt van de strakke huid,

spoelt, met het drijfzand van het verloren paradijs
zijn verkleumde eiwit weg. zij de muurbloem?
hij het speeltje van één nacht? met de eerste slok
slikt ze hem door. zonder suiker

Ik ben het die wegsluipt – Steven Van Der Heyden

ik ben het die wegsluipt, zich los wrikt
als taai restant van een wereld waarin
de uren op elkaar lijken als rupsen op hun blad

gemis laat zich niet in één vorm dwingen
van alles is er minder, behalve van
de barsten in gebaren

bewegingen worden valstrikken
als achter mij de weg wordt opgerold
hoe iets loslaten altijd voorgoed moet zijn


Van Erna Schelstraete verscheen een goede, heel bijzondere bundel Tussen glas en gordijn, een uitgave van uitgeverij P.
In de bundel werden ook 19 reproducties van de verbluffende etsen van Roland De Winter opgenomen. De gedichten zijn geen illustraties van de etsen of omgekeerd.

Het lied van Orfeus

Ik ken de regels van het spel,
zal je zoeken zonder omzien.

Je gebroken gezicht in de spiegel,
in je ogen onze muzieke
die dieren temde, stenen deed leven.

Verleid de goden met je klanken,
koop Hades om op afbetaling.
Wij zijn van de aarde. Kom,

er schuilt waarheid in de droom
die voor de ochtend komt.
Kleed je weer met je lichaam,

ik moet je met ogen zien.
Het spel is gespeeld,
voor niemand zal ik nog zingen.


Van Ludo Bleys verscheen bij uitgeverij P de volwassen debuutbundel Link.
De dichter neemt je mee naar het echte leven en heeft hierop een klare en indringende kijk met bijpassende beeldspraak. Bleys is een dichter die tegelijk kan verrassen én relativeren. Herkenbaar en niet déja-lu.

Spleen

alles verovert zich een plaats, krijgt een naam,
kiest een vlag, ontvouwt een spel
met pratende poppen, met politiek gespuis

en torens voor elk godendom.
wie er woont wacht tot de nacht, windt dan
de klokken op tot een orgie

en heeft geen grip meer op de dagen.
Wie hoedt de kuddes, kent de weidegronden
of wichelt naar een verborgen bron?

het regent in mijn huis.


Bij uitgeverij Vrijdag verscheen de lijvige bundel Tere stengels van Shari Van Goethem.
De titel dekt volledig de lading, want de gedichten hebben iets breekbaars en zitten vol sentiment dat de dichter bij haar sluimerend kind en de weke handen van haar moeder brengt. Heldere poëzie over herkenbare onderwerpen.

moeder, in iedere beweging die je maakt, vind ik iets
van oude bomen terug. de reeën in je heupen
zijn verdwenen, het frisse groen uit je tred geweken
je bezit niet meer de kracht van een vleugelslag
die een lijfje de lucht in wil. je droomt niet meer
van hoogtes, wil liever dicht bij de grond zoveel mogelijk
ruimte innemen, zo sta je stevig tegen het waaien
van het leven

wat waait het leven hard in jou




Bij uitgeverij P verscheen Het is het huis dat niet goed alleen kan zijn, de derde bundel van Jana Arns.
Arns schrijft over het gevecht met anorexia nervosa en de zorgen van elke ouder om een kind dat niet meer onder de vleugels past. Het is de troost die ons verbindt, want alles wat kan breken, doet dat ooit. Geïnspireerd op schilderijen van Edward Hopper geeft Arns een stem aan de verstilling. Een goede bundel vol herkenning en mededogen.

Chop Suey
Hier bereiden obers de gesprekken:
cocktails van woorden
om onze stembanden te smeren.
Wij trakteren om beurt een bagatel,
zingen een late vriendschap uit.
Een stoelendans wie de rekening mag betalen.
We bukken ons om de ledematen op te rapen.
Schrijven met lippenstift
een afscheid op elkanders wang.


Bij uitgeverij Het Punt verscheen de debuutbundel Het klapwieken horen van Marieke Maerevoet.
Het is een gave bundel geworden, met heldere verzen die stuk voor stuk op punt staan en dicht bij het leven aanleunen. De beeldspraak is nooit ver gezocht en toch boeiend. Een laat debuut van een goede dichteres.

Verzaken

hij valt voor woorden,
ontvangt ze in zijn huis, laat ze op zijn landgoed wonen.

hij heeft oog voor hun vorm, schat ze naar gewicht.
plaatst en verplaatst ze, schuift, wisselt en draait ze om en om
tot ze zwijgend verdwijnen of onstuitbaar naar elkaar toe glijden.

De zomer viert hij met ze op het strand. vrezen ze in de herfst
de vroege winter al, hij houdt ze bij nachtvorst met adem warm.

Als ze juichend los gaan barsten, knoppen op nog naakte takken,
kiest hij voor verzaken, voor boetekleed en bedelstaf,
voor ommekeer, voor stof en as.

Als 'zeefdichters' erin slagen een bundel te publiceren bij een gevestigde uitgeverij signaleren we graag deze bundels in deze rubriek.

De uitgevers/dichters kunnen hun bundel zenden naar
Het Gezeefde Gedicht, Buffelstraat 2, 9000 Gent.

Bij uitgeverij P verscheen de nieuwe bundel ‘Tussentij’ van Geert Viaene. een ruime bundel met deinende verzen die zowel het innerlijke van de dichter als bijna alle facetten van de buitenwereld scherp in kaart brengen.

WAT VOELT ZIJ KOUD AAN EN VERSTEEND

je beeldt je in dat alles en iedereen aanwezig is
een kringloop waarin mensen en dingen dans-
patronen volgen, je leert de allereerste pasjes

aan op het flinterdunne ijs, je walst je moeder
door deze opmerkelijke balzaal in open lucht
zij draagt een japon in grootbloemige jasmijn

vanaf dit tijdstip is de nacht gelijk aan de dag,
laat je haar even los, zij maakt een pirouette,
verdwijnt, wat later duikt zij op met je dochter

aan haar hand, zij zoent je zoonop zijn wang
‘wat zijn zij groot geworden’ het is zo jammer
dat zij haar niet zien, nu schudt zij mij wakker

‘jongeman, waarover droomde je vannacht’
zij draait mij om, zij sluit haar armen om mij
heen, zij legt zich naast mij in het kinderbed

Bij uitgeverij P verscheen van Astrid Arns de gave debuutbundel Mijn naam op de deur.

Onderstaand gedicht is een goed voorbeeld van de rake, heldere formulering en de voor de lezer interessante, herkenbare thema's.

Afstand

We herhalen onszelf met het brood op de tafel.
Het huis stelt geen vragen, er wordt weinig gesproken.
De stemmen zijn gedempt.
Onze afstand is langer dan de arm van een mens.

We hebben geen vleugels en geen bestemming.
Verdiepen ons in de plooien van het gordijn.
We doen met de ogen alsof iets ons spijt, schuld is onzichtbaar.
De stilte is zo compact dat we langzamer ademen.

In het voorbijgaan geven we ons bloot.
Zwijgend kussen we de lucht naast elkaars wangen.

Van Leen Pil verscheen bij uitgeverij P. een knappe bundel met verrassende titel 'Niet alles is orewoet & waarheid.'

Hieronder het eerste gedicht uit de cyclus Rituelen.

Verregaand nu

Er is iets met ons. We gebruiken je als paspop voor onze vermommingen.
We kopiëren je wandelstijl. Daarna kruipen we het podium op.
We leggen het matje klaar dat zo meteen onder het hoofd gaat.
Onze specialiteit is op het hoofd ronddraaien. Een spel met energie.

Je moet in vorm zijn. Wie niet in vorm is, wordt gebroken.
We werken tot we het ritme vinden en in dat ritme denken we na.
Wanneer we stoppen, staan we geen meter verder maar we zijn
even helemaal alleen geweest.

 


Bij uitgeverij P verscheen verscheen 'Alles gebeurt onderweg' , een opmerkelijk debuut van Annemie Deckmyn.

In haar eigen bondige, no-nonsensestijl schrijft ze met veel urgentie en relativering over de grote thema's.


jong als een maandag
waren we, en welbespraakt.
vanuit wijdopen ramen
wuifden we de dagen uitbundig tegemoet.

nu hoor ik je komen.
je sluit de deuren af,
morrelt aan een slot
dat tegenwringt en knarst.

ik zie je liever zwijgend.
ontdoe je van je jas en jaren,
toon me elk verschil.

Bij uitgeverij P verscheen de tweede opmerkelijke bundel van Jana Arns 'Nergens in het bijzonder'

Hieronder een prima gedicht, typisch voor haar stijl.

Negen

Zij staat aan het hoofd, dit kind,
redacteur van het huis.
Schrapt mij uit haar kamer.

Aan papa vraagt ze de scheiding.
Voor mij geen hand op straat.
Zij rijdt met de winkelwagen.

Voor je bent uitgegroeid weer thuis, zeg ik,
maar zij draagt de broek.
Alweer een grotere maat.

Dus wacht ik,
smeer boterhammen,
naai een bronvermelding in haar trui.

Zij wil later ver weg.
Ik ontsmet de gaatjes in haar oren.
Moeder zijn is dichtgroeien.

Bij uitgeverij Vrijdag verscheen Vertraagd Stilleven de debuutbundel van Dorien De Vylder.
Uit het sterk samenhangend geheel haalden we graag dit fragment. (De bundel werd ook prima muzikaal ingekleed.)

Luchtspiegeling

Je laat de olijfboom
een boom. Een lichtblauwe vrouw
zit in zijn koelte gehurkt, ze lijkt naar je

te willen luisteren. Maar jij hebt niets
te vertellen, niets van belang. Ze leert je
schaduwen schikken in een oogopslag.

Jij vraagt je af hoe groots
een schaduw moet zijn
om er schaduw in te vinden


Bij uitgeverij Scriptomanen verscheen de fraaie en knappe debuutbundel Achter iedere voordeur van Iris Wynants,
winnares van de poëzieprijs van Izegem en stadsdichter van Turnhout.

Ik heb op je terras gezeten.
De zee gezien, je vis gegeten.

Ik begreep niets van wat je zei
maar hield van schemerklanken.

Bij zonsondergang volgde pavlova
en nog te legen wijn, tot we

het terug licht zagen worden
boven golven die regen aanrolden.

Maar de dag viel niet in duigen.
Er pasten almaar meer mensen

in je kamer, in je keuken, rond je tafels.
Bij je steeds tragere avondmaal.

Bij uitgeverij P verscheen 'Alleen van kale reizen kom je thuis' van Erwin Steyaert. De dichter ging niet over één nacht ijs en puurde uit 600 gedichten, na veel aandringen, een uitstekende bundel.

Hieronder een van de vele geslaagde gedichten

2

Ik ben uw koningin.
In mijn bekken rijpen de vruchten.
Het land jubelt en ieder telt zijn kersen.
Ik ben een eiland en de zee


mijn ruisende rok. De aarde jodelt
en ik maak machtige schaduw.
Als de wind mij ruikt, raakt hij in trance
en draagt me boven de kruinen.
Groots ben ik en hoogstammig.


Mijn bruidegom een ladder.
Ik bestijg hem in het bed van de zomer
en het volk bloost van verrukking.

Bij uitgeverij Voliana Edicions verscheen 'Een brug van verzen', een dichtbundel die een virtuele brug bouwt tussen twee dichters die lijden aan de ziekte van Parkinson: de Vlaamse Marieke Maerevoet en de Catalaan Salvador Riera.
Filologe Rosa Tirado en de Catalaanse schrijfster Laia Fàbregas zorgden ervoor dat het een bundel is geworden in vier talen: Catalaans, Spaans, Engels en Nederlands.
De bundel wordt voorgesteld in Barcelona en bij ons gaat de opbrengst naar Parkinsononderzoek aan de KULeuven.

Bij uitgeverij P verscheen een goede en omvangrijke bundel van Geert Viaene 'Eistijden' (96 blz)


Hieronder een intrigerend gedicht


Zij dwarrelen omhoog

Hij keert op zijn stappen terug. Benieuwd
staart hij naar azuurblauwe flikkeringen
die heen en weer slingeren voor grijze gordijnen.

In de drukke winkelstraat zoent ze hem
minutenlang. Jij bent mijn eerste klant,
murmelt ze buiten adem, terwijl ze danst

met haar wassen vleugels stevig rond
zijn lillend hart dat ze optilt. Zeppelins
zigzaggen tussen de gebouwen. Zij

kneedt de vlammen, laat keer
op keer een zandzak vallen tot de manden in
lucht zijn opgegaan. Zonnen die nooit
ondergaan komen nu op voor zichzelf.

Bij uitgeverij P verscheen de opmerkelijke dichtbundel 'Status: het is ingewikkeld' van Jana Arns.

Hieronder een gedicht dat haar eigen stijl illustreert.

Wij zijn zo lang tezamen
dat ons kind gerimpeld wordt geboren.

Als oude wijze brieft zij ons
over haar pop-up geluk en wij,

wij staan met onze mond vol stiften
uit te drogen.

Als een tandarts vult zij onze lach
weer bij en haalt ons terug.

Zoals toen wij keer op keer
in de echt verbonden.

Elkaar eervol vermeldden.
Naast de prijs gegrepen.

 

Bij uitgeverij Kleinood&Grootzeer verscheen de eerste bundel van Edward Hoornaert 'Wij Vreemden' (46blz/16+2 euro)
We besteden graag aandacht aan deze fraaie uitgave door hier een gedicht te selecteren

Cocon

een mens houdt zich afzijdig als een rups
hij voedt zichzelf met niets dan adem
weeft langzaam tot hij om zichzelf is komen heen te liggen

en plots is er het vermogen warmte vast te houden
kruipt het donker dichterbij en slaat het bed alsnog
een brug – over zijn wankele bodem

keert hij om en aan de overzijde wacht
de vleugels dicht een vlinder ingesponnen

Bij uitgeverij Vrijdag verscheen een eerste bundel van
Shari Van Goethem ' Een man begraaft een boom'
(56blz/15 euro)

Graag kiezen we ter illustratie een gedicht uit de bundel.
Geen gemakkelijke keuze, want de gedichten zijn cyclusgewijs strak verweven.

Ze heft olifanten de muur op
hangt vogels met bomen aan het raam
zelf is zij een vogel met een boom
waar ze niet van loskomt

ze blinkt de laatste spiegels op
plaatst ze in de hoeken
om achter kasten te kijken
haalt daarna de dag uit haar kleren

('s nachts speelt hij piano met klinkers

zij laat zo lang het licht op rood)