Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht


NOVEMBER 2023

William De Raedt
Marc Terreur
Barbara De Munnynck
Kris Lauwereys
Johannes De Grieck
Elise Vos
Christine Van den Hove
Katrien De Paep
Inge Pollet
Trui De Mulder
Taco van Peijpe
Gerlinde Weze
Goedele Firlefyn

William De Raedt

je hoort ze nog schril
als krijt met bananenhoorns
en grote toetsen in oude kantoren
de bediende zonder kiel legt
een weg af, ademt vermoeid alsof
de hoorn weegt op zijn gestemdheid
een lange aankondiging geeft
gewicht aan plek en functie
ze roepen haast in vergane
telefoons alsof iedereen hardhorig lijkt
een klik, een deur die hard dichtslaat
er wordt enkel gebeld, weloverwogen
zoals je vroeger foto's nam
lachen en stil staan, stilaan
verachten wij het wachten
het geduld in Patience
de komma in daten
de brillantine in de elegante
grijze middenstreep


Marc Terreur

ONTBIJT MET KOFFIEDIK

ze zegt dat ik in de dag moet leven

want gisteren voorbij, weetjewel
en morgen hoogst onzeker

ik wil het zó niet horen
sluit fel de oren en glij
langs lepeltje-tovertik
de diepte van mijn beker in

geen script, geen voorschrift

ik duik in een mokvol toekomst
mijn kop vol morgen
en belofte

twee dagen oogst ik morgen
dan is hij gister en verdwenen

morgen laat mij
dubbel leven

Barbara De Munnynck

Curator Kleutercollectie

Mijn drie schepsels
scheppen sneller dan hun schaduw
en dat van de eerste tot de zevende dag.
Ik pareer met de Apocalyps -
en zonder schuldgevoelens, als het mag.

Ik vernietig bij voorkeur op dinsdag,
dan komt de poetsvrouw en wijs ik naar haar.
Maar de beulskap rust op mijn lokken,
in mijn tas zitten de gom en de schaar.

Ik versnipper routineus vroege werken
Stuur mijn knokploeg naar baksels van klei
Ik ben de beeldenstormende moeder
Alle kunst in dit huis is van mij.

 

***


In het peperkoeken huis

lang voor je werd geboren
droomde ik mijn eigen kind
ik bond je samen uit takken
en een strik van zijdelint 

lang voor je leerde praten
fluisterde ik taal in je oor
mijn verhaal als bron voor het jouwe
je lippen met ducttape ervoor 

kort voor je mij wilt verlaten
neem ik de schoentjes terug
ik duw je wankele voeten het vuur in
en recht mijn kromme rug

 

Kris Lauwereys

Waangedaante I

ook dit woord glipt van haar vingers
zij springt door de brandende hoepels
van deze vertoning, laat zich niet strikken

wild dier dat zich verdiept
in het ritme van de trommels
ik hou een stok stijf tussen ons in

voor ik haar naam uitspreek
spannen haar kuiten samen als een rijm
dat aanstoot geven wil - ik breek

mijn tong, gooi luide scherven naar
haar hoofd, zij geeft geen krimp en
likt haar poten schoon, zij wacht

tot ik een ander vlees aanbreek


***

 

Waangedaante II

ik slik het hart op mijn tong weer in
zij verslikt zich in haar vacht
trekt haar klauwen in tot achter

witte polsen, zij is weer de vrouw
in mijn bed vannacht, nog steeds
krijg ik geen vat op haar, zij spreekt

zich in mij vast, haar handen
verraden het roofdier, ik kijk
toe hoe zij zich aan de randen

van onze kooi verzamelt, zich
een sleutel uit mijn ribben vormt
ik wil onthouden hoe zij zich bevrijdt

straks leggen we elkaar opnieuw aan banden

 

***

 

Een straat is een weg eromheen

Er is niemand anders dan ik
een straat is een weg eromheen
de huizen staan leeg op mijn schouders
hun namen in kalksteen vervaagd

de stad in een hartslag samengevat:
mijn stappen die de deuren laten
dichtklappen, en het glas dat breekt
in uitzichtloze vensters. Als eerste

alleen. Achter mij vallen de maskers,
zonder gezicht is ieder slechts zichzelf
van nature, ik raap een stem bijeen
van scherven, geef dit spiegelbeeld

mijn naam, maar in niets verschil ik
van vroeger, ik ben dezelfde leegte
als een ander, waarin langzaam en
lukraak de rollen worden verdeeld.

Johannes De Grieck

Angstig uur

De krekel in mijn kamer zwijgt niet meer
Spiegels, zegt hij, liegen niet.
De stormen zullen ook jouw huis niet sparen.

Het bloed dat aan de muren kleeft is van jou.
Zoals ooit in de kelder een kever
onder jouw voetzool krakend stierf, zo zal ook jij –

De kakkerlak op mijn schouder fluistert goede raad.
Luister, kijk, maar handel niet.
Laat de verschrikking je omhullen.

Bang zijn hoeft niet meer
want alles waar je bang voor was
gebeurt.


Elise Vos

Nachtstoornis

We halen het stro uit de matras
de veer uit de pen
schrijven onze lakens vol met inkt
die al bij dageraad verbleekt

Kinderen ademen oorverdovend
hun hartslag beschadigt onze trilharen
op de drempel van de kamer huist iemand
iets loopt cirkels over het behang

De hond gooit zijn bal tegen de achterdeur
hij is van brons en wil voor middernacht niet smelten
achter muren klinken stemmen altijd luid
vooral wanneer ze onverstaanbaar zijn

De tegelvloer ligt zachter dan het bed van splinters
buiten lonkt het niet-gemaaide gras,
als oude volkeren slapen onder de vleugels
van rotsen en najaarswolken

waarom zoekt sluimer ons dan niet op
weekt spierspanning pas in dauw,
zijn onze oogleden open blinden
remmen ze de cijfers op de klok niet af?


Christine Van den Hove

Het was achter de Spaanse aak

dat ik mij op het kerkhof zag
en vroeg wat ik er deed 

ik dwaal, zei ik, wat doe jij hier
ik ben hier niet, zei ik, ik slaap 

en ik begon
te klagen: dagen korten
nachten koelen 

grond als steen mijn been
knieën stijf mijn rug  

november komt
het veld is droog 

wat groeit hier amper
kaal knopkruid
zelfs geen hersttijloos 

zie mij krimpen
zie mij ondergaan 

half doorschijnend
was ik nog
en nauwelijks verstaanbaar 

dat ik van winter houd
riep ik mij toe
van onherroepelijkheid  

van tijd, dat ik van donker
zal genieten 

ik lachte schamper
loste langzaam op en
liet mij bij mij achter

 

***

 

De laatste Intercity

wees moedig over een paar uur ben je in A dan is het nog tweehonderd meter lopen vier etages klimmen daar wacht het bed en het bier voor het bed en een cracker met boursin

blijf wakker herinner je de ambassadeur die insliep en bestolen werd laat je telefoon in je tas zie er wakker uit dan proberen ze niet eens

 denk niet aan de kinderen in Brussel Zuid en vraag je niet af waar ze vannacht slapen ga niet naar het toilet denk niet aan de druk op je blaas denk niet aan honger denk niet

denk niet dat je hoofdpijn erger lijkt te worden denk aan wat je deed vanwaar je komt kijk naar de bloemen die je kreeg - kijk er niet op neer ze hebben dorst

 herinner je de open monden de gesloten vragen het applaus vraag je af wat ze hebben onthouden 

reken niet uit hoeveel per uur -reistijd telt niet mee dat zijn gegeven uren- wees blij dat je het niet gratis hebt gedaan 

wees moedig
blijf wakker 

wees moedig
blijf wakker

denk niet aan de vier etages denk aan het bed aan het bier voor het bed en aan de halve zak pretzels op het aanrecht denk niet aan honger denk niet aan de kinderen

wees vriendelijk voor de mensen die nu nog aan het werk zijn controleren deuren openen en sluiten omroepen - zeg dat ze een mooie stem heeft 

wees dankbaar dat het niet regent niet waait niet regent en waait aanvaard geen hulp bij het overstappen je hebt nog al je ledematen denk niet aan dat gezin - niet aan de kinderen 

vergeet de bloemen niet houd ze ondersteboven ze hebben dorst het acanthusblad redt het wel de varen ook de rode wingerd misschien helianthus is de vraag 

wees moedig veer op en zijg neer -we zijn er nog niet- denk aan het bed aan het bier voor het bed aan de resten in de koelkast 

en aan het dier waarvan je denkt dat het op je wacht 

 

Katrien De Paep

Geen titel, geen naam

Het kind dat niet komen mocht,
komt
bij het toedekken van de lakens.
Als zwaartekracht omarmt ze mij,
nestelt zich tussen jou en mij.

Zij ligt daar niet, maar speelt
met de pop, de bal, mijn gedachten
grinnikt om de hond en haar zus,
veegt lachend de afdruk weg van de
kus. En blijft.


Inge Pollet

DIJK 

we lagen in de ochtendkou tegen de dijk
de band allang vertrokken het feest voorbij
voelden de dauw op onze schenen
verweten elkaar een kort lontje 

duizelig en dronken de gele bus in
zuid west nederland de polder
waar de afstanden recht zijn
en akkers pijnlijk bloot liggen 

gleden over de weg naar huis
schaamtevol en zwetend het bed in
de zaterdag bonkte voorbij  

moeder kookte woedend soep
terwijl vader naar toneel vertrok
en de nacht omhoog kroop  

langs de stoep


***

 

TAST

 

we treinen door het ganse land
kijk een atletiekbaan
kijk weilanden met natte vogels
we houden de tijd in onze hand 

de miezer slaat ons door de ramen
opluchting glijdt in druppels
leggen ze op het krappe tafeltje
te drogen voor zo lang 

we zitten rustig in beweging
we houden onze mouwen vast  

we raken systematisch onderkoeld 

we vinden lichaam op de tast

Trui De Mulder

De orde van de dag

Af en toe doe ik iets stouts
Zoals een klein glazen potje in het restafval
Gewoon omdat het kan
Mijn geweten als een ingebouwde chip 
licht sputterend van innerlijk alarm 

Ik blik en bloos er dan op los
Een duidelijk zichtbaar signaal
Van wat er zich vanbinnen afspeelt
Het geeft mijn wikken en wegen zin
En laat mijn handelen gefinetuned 

Zolang ik agency heb
En soeverein kan denken
Kan ik kiezen voor een glazen potje in de foute zak
Zonder dat die zak weigert te sluiten of luid begint te loeien 

Ik sluit mezelf dan af
gniffel nog even vanbinnen
Om het gedane leed 

en het passeert
Nog even

 

Taco van Peijpe

LOOS

 

door mijn raam zag ik op straat
een maskerade gaan
wat was dit voor theater?
holle ogen loerden door de gaten
niemand zag de ander aan 

ik zwaaide naar mijn broer
hij was het niet ik staarde
in de leegte die een aap
achter de spiegel ziet 

ik riep de namen die ik wist
wachtte buiten op de mijne
hoorde nog alleen de lijnen
rillen aan de vlaggenmast

 

Gerlinde Weze

familieloop

In de moeder woont poëzie
maar haar buik staat al jaren leeg

met krassen op de wanden.
Van het meisje dat overleefde in een bundel

en van de broer erna, die uit huis ging
met de ongeschreven regels van zijn koers.

Verder weg rent de vader een bestaan bijeen.

 

Goedele Firlefyn

De reis naar zee

 Ik wring me in bochten
Moeders koffer past niet,
de naden te strak 

Kamer met zicht op zeeslag
Ik knipper noodsignalen
Zij sluit de blinden 

Zwembandjes lek geprik
Ik snij een zeil uit huid,
vorm botten tot planken, vaar  

te pletter tegen haar branding
Ze bewaart de foto van mijn doodsbed
als souvenir