Eddy Maes
Ik ben omdat wij zijn*
Komt het ooit goed tussen ons?
De eeuwen die we niet geboren waren,
zitten als een teek onder ons vel.
Onze vaders, meester en slaaf.
Onze god, witte rokken persten hem in je hoofd
tot je door de knieën ging.
Je land, mort dans le ventre.
Onze gulheid, met camera in de hand,
houdt het water tot onder je lippen.
De rijke aders onder je voeten
liggen open en geuren naar kruitdamp.
Je wil niet langer zingen zonder horizon
maar als een goudmerel nestelen
aan de oevers van de Congostroom,
verscholen voor de krokodillen.
Leugens en geweld gloeien na als houtskool,
bitter en brandend, verschroeid
schuilen we onder de korst van de wonde,
dolen in donkere hoeken.
* Ubuntu, of Ik ben omdat wij zijn is een traditioneel filosofisch concept uit Zuidelijk Afrika.Een mens kan alleen gelukkig zijn als anderen dat ook zijn en zo zijn we allemaal met elkaar verbonden.
***
Enkele reis
Gieren cirkelen boven koppige jongeren die
in de voetsporen stappen van hun verre verre voorouders.
Rechtop en vrij verlieten die als oermens
het Afrikaanse continent en trokken een spoor
zoals everzwijnen op zoek naar eikels.
De tijd roerde in de mengkom van rolstenen
uit de stromen die het Avondland doorkruisten,
knipte de navelstreng door en wiste het spoor.
Tot piraten en slavendrijvers het licht zagen.
De roof op het moedercontinent ingezet.
Op zoek naar thuis geroofde vruchten
vertrekken koppige jongeren naar koele, ruwe horizonten.
Hun blik, een landkaart opgevouwen in
een smartphone, van grenspaal tot grenspaal.
Lege magen trotseren onverzadigbare zeeën,
de woestijnwals van schroeiend zand en barre vrieskou,
botsen op prikkeldraad.
Enkele reis, geen weg terug.
De gieren zijn meesters in het gruizelen van visioenen.
Een enkele ontsnapt aan hun greep.
***
Retour
Kippen schieten verschrikt weg
als hij opduikt uit de afvalberg.
Papa Plastique.
Hij danst in de stoffige straten
als een bezweerder,
een petflessen monster.
Zijn afvalweb omstrengelt de stad.
Met een lijmstok vol mooie praatjes
trek hij de dorstigen naar zijn illusoire bron.
Les Hommes Canettes dansen er
hun metallieke soukous
op muziek uit versleten toetsenborden.
Digitale tonen prikkelen rubberen benen.
Les Congolais aiment danser.
Als een rattenvanger loodst hij de jolige karavaan
naar de terrils van grenzeloos gewin.
Retour met statiegeld van geroofde mineralen.
Papa Plastique plant er zijn bâton magique.
|