Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht


MEI 2021

Geert Perdaen
Mandy Pijl
Peter De Marrez
Mink De Wil
Ricardo Anemaet
Dirk Galle
Nellie Meijnikman
Hamide Dogan
Klaas Decock

Geert Perdaen

Kreupelhout.

Ooit droeg hij zijn lichaam achteloos met zich mee .
Hij zette het soms wekenlang aan de kant
gedachteloos verzonken in zijn eigen wereld.
Vergeten.
Nooit heeft het hem om hulp gevraagd
of hem ook maar enige nalatigheid verweten.

Maar nu het langzaam aan tot kreupelhout verdort,
wordt snoeien en lichter maken noodzakelijk.
Dus neemt hij het bij de hand
en zet de schaar in onrustige gedachten.
Knipt een glimlach rond de lippen.

De gevallen schilfers zal hij verzamelen
en tot stelten maken waarmee ze opnieuw
tot bij elkaar kunnen geraken.


Mandy Pijl

bij het vieren van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd

in de gangen van het complex doen geraniums
om en om een stroef welkom met verboden op A4

ik vertel mezelf dat het helpt de overvloedig uitgestalde bijstand
te blijven bewieroken

inburgeren in een notendop: erkentelijk blijven

in het tweedehands aquarium happen
labyrintvissen tussen plastic waterplanten
naar wat hun toekomt

een hond vraagt minder zorg
je werpt een bot de kamer in en opent af en toe een deur

gelukkig valt er ook nog wat te lachen


Peter De Marrez

Doorzichtig

Toen ik nog met mijn schoenen sprak
Rende ze dwars door me heen
Niet schrikken, zei ze
Je bent doorzichtig, maar wees gerust
Je bent er
Ze nam me bij mijn schaduw
Ik volgde


***


Als ik bij haar binnen mag

Als ze dan blozend slaapt
Bots ik in haar gedachtengang
Langs kronkelige paden
Tegen zekerheden en verdwaal
Met plezier in het ongerijmde

Hou halt bij het ongedachte of
Onuitgesprokene, en toegegeven
Ik zet twijfel naar mijn hand
Smuk herinnering op en
Stroomlijn onbestemde honger
Met binnenpret


Mink De Wil

I

Ze danst nocturnes
bezet mijn hoofd
spoelt woorden
in onschuld rood

Haar perkamenten huid
siert alle hemels en luid
staan zij en ik te zwijgen

Over pril huwelijksgeluk
zetten we hoge bomen op
vergeven elkanders zonden
tellen af en uit en ver en op

Tot ook dat vers begraven ligt
in oude balen stro

Het zij zo

 

***


II

Ik zag je voor het laatst in parken
synchroon bewegend met je zelf.
Je danste snel en geruisloos je leven en
zei "slaapwel, ik heb nog wel heel even",
maar dat had je niet, anders wist ik het

wel.

Je strekte moeizaam je beide benen,
je huid begaf het onder alle ballast.
Toen je weer bijkwam na even
telden we samen af. Bergaf.

Je schilderde mijn hals met hars,
mijn net pak met veren en zinde
op dansen met een stevig lang
touw om je hals. Ach, was ik
maar wat langer gebleven.

Ricardo Anemaet

De honden


Nachts als de honden
in hun manden slapen
de vrouw naast de man ligt
het kind met dromen speelt
de deur dubbel op slot is
slaat het labyrint toe.

Schilderijen kijken naar zwart
een plafond verdwijnt langzaam
ramen huiveren zacht gesloten
behang fluistert halfhartig
en de constellaties blijven
cryptisch en verwarrend.

Rond een lamp zweven violen
in de echo van een verkeerde toonsoort
vernauwen het al gevoelig gehoor
muziek is het huis van het hemelruim.

En in de hoofden van de slapers verandert
de bliksem in hemelsblauwe zeevonk
als nachts de honden in hun manden slapen.

 

Dirk Galle

Slinger en put

Het is evident dat Kafka en Van Ostaijen
voor hun komst gekneed werden, voor ze
hun koers als kansloos achtten, wezenloos

vervreemd, bij de goede god niet weten
waar, vooral hoe te wonen. Burcht, bar
werden omstandig beschreven, geen kwam

voorbij de wachter, de oude man, de zieke
long van wat terracotta geluk. Van Ostaijen
en Kafka werden voor hun komst gebeiteld:

hoe konden zij anders de slinger en de put
achter elke straathoek ontwaren, schriftuur
van ondergang, rampenrecept van de raaf?

Iemand moest de splinter van eenzaamheid
uit onze wijsvinger trekken, de behekste pop
aan koordjes zacht over het podium dragen.

Nellie Meijnikman

hanen waarschuwen niet op tijd
en pech ontwijkt mijn handen

koffie morst gedachteloos
het kopje mist haar oor
ik ruik en proef
de eieren smaken veilig

buiten scharrelen bezige moeders
ze schoffelen en luchten het teveel
tussen wieden en eten poetsen zij
hun kleedjes strijden met wind en regen

ik ventileer de binnenlucht
en ik was me door de dag
steevast als de kippen

luidruchtig kukelen de hanen
ze waken over naakte uren

 

Hamide Dogan

Overgave

Ik heb een man gekust
Onbevangen liep ik over
Naar de koning van mijn uitzicht

We dansten niet we voerden een gesprek
Hij sprak zichzelf tegen
Ik geloofde hem

Zijn omhelzing bracht me naar plekken
Die we kraakten
We sliepen op de scherven

Ik zag hoe ik werd gedwongen
Een man te begrijpen
Alleen omdat ik het kon


Klaas Decock

Iene, miene, mutte

er zijn gezinnen met kinderen bij
die vragen we vriendelijk
om buiten te spelen
in de cafetaria kunnen de ouders
op adem komen, betalen, wachten
tot de speeltijd voorbij is

de rest van de groep, mag mij volgen

als u aan het einde van de gang komt
let dan vooral op de té hoge drempel

die het belangrijkste element van deze expositie is

u zal geen portalen of de grote poort zien
wel hopen brieven en veel mogelijkheden

van achter het plexiglas, kunt u alle gesloten deuren
bewonderen uit het invloedrijke leven
van de eeuwige twijfelaar
die in de ruimte verloren is gelopen

geen enkele klink bevat zijn vingerafdruk
maar de derde deur, is door restaurateurs
geïdentificeerd als de voordeur
langs waar alle brieven zijn binnengevallen

ongeopend, in originele staat, zijn die meer waard