Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht


SEPTEMBER 2020

Claire Soeteman
Bea Timmermans
Moniek Spaans
Annelies Van Dyck
Abel Dossche
Hedwig Du Jardin

Claire Soeteman

voor mijn achttiende verjaardag

kreeg ik een tien voor een groepswerk - iets over multinationals
en mensenrechten of zo - dat doet er nu niet meer toe

kocht ik met mijn eerste loon een jas die altijd klam was
en rook naar natte hondenharen en frietvet - zoals alles toen

ging ik bij mijn moeder op bezoek - een grafzerk in de poldergrond
maar misschien was dat een droom


Bea Timmermans

Gootstenen

bieden de oplossing !
Ik kocht er een dozijn.
De loodgieter doet wat moeilijk
over afvoerbuizen
maar in feite is dat zijn domein.

De eerste mag hij plaatsen
onder mijn hoofdkussen.
Onder mijn smartphone
had ik graag een mobiele.

De anderen dienen voor
de capriolen van het klimaat,
de kamikaze extremisten,
het gepoker van de machthebbers,
de lege borden van de armen,
het poppenspel van de alfamannetjes,
de offers in de oorlogen
en nog meer pulserende kankergezwellen.

Weet je,
ik bestel er nog een dozijn.
Nu bijna iedereen doorheeft
dat oplosmiddelen
niet langer op de markt zijn
en we verder moeten leren leven
met de drab
zal de vraag heel groot zijn.

 

Mussenkoor

Er zit weer vis op haar stroom.
Je voelt het leven in haar aders

door de blos
en door het speelgoed in haar haar.

In haar voetsporen
ontpoppen pioenen.

Haar lippen lijken voller,
zij lacht haar tanden bloot,

wit als de koppen van de golven
die je in haar ogen ziet.

Vrank en wijd open,
klaar om te spelevaren

onder begeleiding
van een a capella mussenkoor.


Moniek Spaans

krijt

van wie is dit lichaam
dit lichaam dat zo-even nog
ingelijst in het venster stond

van wie is dit gewogen lichaam
dit doorluchtige lichaam
tochtend mond op mond

weigerachtig, wankel lichaam
duikvluchtend lichaam

van wie is dit uitgeknipte lichaam
dit stille liggen
dit lichaam in krijt


Annelies Van Dijck

Feest

Jij bent jarig vandaag.
Ik snijd taart, zet een punt bij je foto,
deel wat rest met het bezoek.

Ik geef een stuk aan de dag dat we plannen bedachten,
één aan de pret van morsen met bloem,
één aan moeder die het zag, niets zei.

Eén punt gaat naar het zwembad in de tuin
en wij in ons blootje.

Teveel taart deel ik uit aan de glazen kamer,
je te bolle lijfje, de staander
met trage druppels snoepkleur.

Opnieuw word je tien.
Ik doe alsof het went.

Abel Dossche

Uit je hoofd

Er is geen plaats voor twee, behalve in je blik
waar wegkijken ingrijpen is met blinde ogen.

Maar elke aarzeling verleert hoe iets vanzelf gaat
en zonder oplossing blijft thuiskomen een opgave.

Eén nacht ijs brak je zelfvertrouwen hoorbaar.
Angst liep verloren in een onbekende richting.

Niemand praat het gezichtsverlies nog uit je hoofd.

Hedwig Du Jardin

hitte

we beginnen van de wereld af te vallen
de grond te heet onder onze voeten
levende kadavers zonder houvast

de zon is op hol geslagen
doet droog ijs ontbranden, hagelstenen
schroeien ons hoofd, we duiken weg
onder armen en handen

denken te schuilen
in dit gammel karkas, opfladderend
als een vogel in zijn kooi, terwijl
het huis in lichterlaaie staat

we ademen stof en as
slaan wartaal uit
boven dampende walmen

en niemand wil dit orakel verstaan