Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht


MEI 2020

Kevin Remmery
Matthias Haeck
Sammy Raeymaekers
Abel Dossche
Nellie Meijnikman
Frank Van Den Houte
Antony Samson

Kevin Remmery

34-50

Ik sloeg een gat in mijn
dromen toen ik de berg
als een pater beklom.
Het staal van mijn vork
heb ik geruild
voor carbon.
Op alle flanken heb ik
gepatineerd, vlaktes heb ik bedwongen
op het grootste verzet. Op kasseien heb ik mijn ziel
uit de wind gezet, 
voor de liefde heb ik meermaals
het hoofd gebogen. 
In de verte heb ik
nooit een
eindmeet
gezien.

Matthias Haeck

Ik doe alles

Ik staar te lang in het felle
opdat het me zou verblinden.
Ik duik te onstuimig in het koude
in de hoop mezelf te doen schrikken.

Jarenlang bespeel ik de hitte
opdat ze mijn vel zou tatoeëren.
Ik graaf diep, dieper de kuil in,
om op te kijken naar iets

aan de rand van het gat.
Ik verzin wat ik kan, om om te komen.
Zodat ik tenminste knipper, naar lucht hap,
verschroei, me krom graaf, opkijk en leef.

Sammy Raeymaekers

wij wisten

wij hadden geen ruiten, het waaide al jaren
binnen, ons losgewrikte dak lag vol roet
nergens een hoek waar de oude bladeren konden schuilen

mijn kraag rook naar een zij en een hij en een toen
hetgeen restte, een verloren haar, glansde in het licht
als edelmetaal, geleidde nijd als koper

als de zon haar mening over mij liet uitschijnen
en zelfs mijn schaduw schuldig leek, pas toen
kenden we het antwoord op de vraag waarom
de chrysant niet door de winter kon worden geholpen


Abel Dossche

Keerkringen

Vraag me voortaan zo min mogelijk
hoe ik er meer uit had kunnen halen,

rustend op de vlakke grond heb ik me
kapot gespit in alle dubbele bodems.

Ik draai me liever om, verblind met
een nachtlamp mijn schaduwzijden,

verberg de donkere randen die ik met
vallen onder ogen zag en met opstaan

lichtjes laat verdwijnen.


Nellie Meijnikman

soms komen we elkaar tegen
in kasten en lades
daar waar jaren overleven
tasten we naar houvast

eerst lokt het velours
en we strelen de slijtage

verkleurd katoen vraagt niets
zomers vervagen ook
binnen muren van enkelsteen

alleen wol toont zijn gaten
hoe tijd ontsnapt als koude

met de geur van petroleum


Frank Van Den Houte

Tijdloze vrouw
villanelle

ze speelde jazz met heupwiegende ogen                                   
en had een stem die met het maanlicht sprak                                   
terwijl de jaren op haar schouders wogen                                   
        
de toetsen van haar witte vleugel bogen
toen god haar woorden van muziek insprak                 
ze speelde jazz met heupwiegende ogen

er rezen jubelende regenbogen
uit haar piano, drums en doedelzak
terwijl de jaren op haar schouders wogen        
        
ze bleef ondanks haar grijze hoofd bevlogen
wou geen verbinding met de almanak
ze speelde jazz met heupwiegende ogen

zodra er ruis kwam op haar denkvermogen
werd ze een wilg met neergebogen tak                 
terwijl de jaren op haar schouders wogen                                   

dan viel ze om, lag ijzig onbewogen                                    
er klonken altviolen uit een wak                                   
ze speelde jazz met heupwiegende ogen
terwijl de jaren op haar schouders wogen                 


Antony Samson

Timelapse

Ik blik terug op de wereld zoals God zou doen
mocht Zij Haar oneindige geheugen willen opfrissen.
Ik zie continenten op drift, het blijkt van alle tijden.

Ze breken als brood en schuiven weer in elkaar
alsof Moeder een toekomst probeert te lijmen.
Beschavingen komen en gaan in een geeuw.

Dan wordt de terugblik een voorspelling.
Er komt een punt waarop ik mezelf zie sterven.
Al die tijd is er evenveel water op de planeet

tot het onvermijdelijke. Ik laat de apocalyps
voor wat ze is, swipe YouTube weg, spoel de wc door. 
Tijd om weer onder de mensen te komen.