Het gezeefde gedicht | Het Gezeefde Gedicht

Truus Roeygens
Jonas Beckers
Ruth Trioen
Frie J. Jacobs
Kobe Michiels
Bert Struyvé
Piet Deryckere
Akim A.J. Willems
Thomas J. Martin
Astrid Dewancker
Nellie Meijnikman
Job Steenhouwer

Truus Roeygens


Winterkuren

Kijk hoe ik aan de winter schrijf!

Onze pen glijdt over het witte blad. Letters vallen en staan weer op in woorden. Volzinnen, waarop we hoogstens een nagel breken.

Buiten legt sneeuw de wereld af. De enkele kras aan de hemel van een vogel. Wolken in het hippe paars, lekker knus bij elkaar.

In de warmte van de kachel trekken we krom. De eenvoudigste kamerbeweging heeft onze weerstand nodig. Zo raken onze verschrikte handen amper ons hoofd, wanneer iets tegen de ruit vliegt.

Het is uit met de schrijfpret!

Onze voetstappen plots met snee. Tranen dwarrelen mee. Er wordt een hartslag opgelegd, die geldt voor ons alle twee.

Alleen onze stem is op de drempel blijven staan: ‘Wat je zag is maar schijn, musje, kom alsjeblief gauw weer bij!’ Helemaal wij. Geen extra steek met onze pen; deze inkttransfusie om reactie uit te lokken.

Met dezelfde hemelbloei van zo-even is een lijk een antiek voorwerp. De vermiste veertjes op het glas een verloren object. We woonden hier even lang, verloren samen onze wulpsheid.

Er is van mij niets anders
bekend
dan wat de huismus voor ons floot.
Omhoog.
Sparren versperren de weg,
naar huis.

Jonas Beckers


Weerwolf



er ligt een oude brug tussen mens en dier
gisteren nog in stukken, vandaag hersteld
morgen is hij weer anders.
aan ene zijde waakt het beest
klinkt het rauwe brullen
de overzijde antwoordt met een spreuk.

in het midden staat een man
hij weet niet meer naar welke kant te gaan
besluit dat beiden even ver zijn.
bij volle maan
is zijn stem spreken en huilen tesamen
zijn tong ruw noch zacht.

Ruth Trioen

het komt neer op dit
je kust elkaar te slapen
grijpt je deel van het laken
kijkt over de rand
haakt je vast

alleen het duister houdt je wakker
terwijl het met lange benen
je ribben omklemt
op je adem gaat zitten
oude woorden fluistert

je kijkt opnieuw
hoopt op verlossing
over de rand

Frie J. Jacobs

De nacht


De nacht is gekrompen licht.
Het hemd van de dag
dat te warm gewassen is.

Het hangt te drogen
in halve duisternis.
Hoe meer het droogt
hoe meer het krimpt.
Heel de wereld is nu
gehuld in lichtgemis.
Alleen, heel ver weg
een laatste punt verlicht.

Hoop dat je klaar bent
met dat nieuw te maken hemd
voordat de nacht beëindigd is.

Kobe Michiels


leugen


in de rijen van jouw zinnen zie ik woorden wegebben
ze klonken veelbelovend
onbaatzuchtig en geloofwaardig
ja, je schreef in alle talen
heersend als pure waarheid
als een ijsbreker vol overgave
en toch bouwde je luchtkastelen
ik besef dat ik je eigenlijk nooit heb gekend
dat je speelde met beweringen
zoals een zinkend erewoord



Bert Struyvé


De klok is verzet


Je legde van nature beide handen op het tafeltje, zoals
in praatprogramma’s. Het plakte van bier en vettig ijs, gemorst
zonder oogcontact. Dat zie ik zelden op tv vanuit mijn zetel.

Je spiedde rond en zweeg in je schaduw, dronk voor twee
uit een vaas als glas: gin, limoen, kleurig rietje als bonusbloem.
Ach, een dag terras zegt je veel. Maar het vreet mijn etenstijd.

Nu bekijk je mogelijke prooien alleen mobiel, bij haardvuur
achter dubbelglas. Je mond tuit weliswaar een woord, een zin,
de start van een monoloog gesmoord in wintertijd,

je krast kletsnatte stoelen en tafeltjes in je dromen
rillend over grindbeton, driftig, een enkeling verliest het evenwicht
en ligt. Ach je briest, maar het geeft je ruimte voor wat lucht misschien.

Je zou in je dromen ook je knopen kunnen tellen of je nagels
bestuderen rood en dekkend <de valse>. Je zou jezelf op
YouTube kunnen inbeelden bij een zomerse stilettorun. Ach ja.

Ik rek mij en sluip vastberaden door een luikje,
de koude nacht deert mij niet. Mijn tijd komt.

Piet Deryckere


Voor Thomas

Jacob kruipt de ladder op
de wolk drijft weg
ergens heen
Jacob daalt de ladder af
hij heeft een plek gevonden
op aarde was er geen.

Akim A.J. Willems


droeve liedjes / dito brieven
tweede brief



de nacht ligt
blauw op een bed
dat niet het zijne is

buiten ritselt waarheid
door dunne bomen
kruinen krommen zich tot luisterend oor

binnen tikt een horloge
tussen de uren op het nachtkastje
de laatste leugens weg

er gelden anderen wetten
daar geen taboes
die hij alleen begrijpt

de nacht ligt er
op een bed
dat niet het koude is
Thomas J. Martin


RETOUCHE


terwijl het aan de einder nog rommelt
valt het vlijmscherpe licht
achter gebogen ruggen dicht
op de landweg tussen platanen rept
een vlek zich met
haar kind
haastig
zoek

Astrid Dewancker


De Bluff*

Steunend op zijn wandelstok
dwaalt hij bij de heuvel en denkt
modder en 'Kanonenfutter'.

Dat het zijn schuld niet was
toen zijn kameraad neergeschoten
op hem lag. Hij veilig en toegedekt
met stervende soldatenadem.

Dat hij, stemdood, nog overal kruit
en solfer ruikt. Zich afvraagt waarom
het leven aan hem kleeft als een ziekte.

Zijn wandelstok, een machinegeweer,
richt hij, mikt en schiet een na een
de schimmen neer.

Wijzend naar de katoenen wolken
vloekt hij naar wie voor hem
geen naam meer heeft

* Gelegen in Prov. Domein Palingbeek bij Ieper. N-oever kanaalbedding Ieper-Komen met verschillend mijnkraters.
Britse troepen en Duitse stellingen hadden van beide kanten
hoger gelegen overs aangelegd. De Britse ongeveer 10 m hoger; wat strategisch heel belangrijk werd.
De oevers wisselden heel vaak van bezetter.

Nellie Meijnikman


tot gruis


dagelijks nieuws herhaalt zich
we weten dat het malen blijft

voorbij het gekletter ligt dauw in de morgen
als tweede bloei die stormen trotseert

maar er komt weer een schrikkeljaar
waardoor we langer aan tafel zitten

als er iemand begint met fluisteren
gaan we ieder voor zich en om beurten

spreekt altijd een laatste hardop
pleit voor tweede kansen

Job Steenhouwer


Begin


Nu net heeft mijn lichaam jou
gekozen, ik was het niet;
maar ik volg de stroom

tot jouw lijnen en golven
die de spanning opwekken
waar we raken en missen

en zodra het zicht beter wordt,
neemt jouw lichaam mij aan
als gelijkgestemd instrument.